Onderhouds- en herstellingsplichten

De verhuurder is verplicht het goed zo te onderhouden dat het kan dienen tot het gebruik waartoe het verhuurd is. De verhuurder doet gedurende de huurtijd alle herstellingen die nodig zijn, behalve de herstellingen die ten laste van de huurder zijn.

De huurder is verantwoordelijk voor de kleine herstellingen. Daarnaast moet de huurder instaan voor de herstellingen die nodig zijn door een verkeerd gebruik van de woning en voor de herstellingen die het gevolg zijn van een schadegeval dat hij niet heeft gemeld. Herstellingen die alleen nodig zijn door ouderdom of overmacht, blijven ten laste van de verhuurder. Vraag je je af wat ‘kleine herstellingen’ zijn? Raadpleeg hier een lijst van voorbeelden;

De partijen kunnen overeenkomen om de herstellingsplicht van de huurder te beperken of uit te sluiten.

Heeft het verhuurde goed gedurende de huurtijd dringende herstellingen nodig die niet tot na het eindigen van de huur kunnen worden uitgesteld? Dan moet de huurder die gedogen, ongeacht de ongemakken die daardoor bij hem worden veroorzaakt. Ook als hij gedurende de herstellingen minder van een gedeelte van het verhuurde goed kan genieten. Als die herstellingen langer dan 30 dagen duren, wordt de huurprijs wel verminderd naar evenredigheid van de tijd waarvoor en van het gedeelte van het goed waarvan de huurder het genot heeft moeten derven. Bovendien kan de huurder de huur ontbinden als de herstellingen de normale bewoning onmogelijk maken.