Mensen denken vaak na over wat er met hun vermogen zal gebeuren zodra ze er niet meer zullen zijn. Minstens even belangrijk is de vraag naar het lot van de goederen en de zorg over de persoon zelf zodra die persoon niet meer in staat is belangrijke beslissingen te nemen. Denk maar aan ouderdom, dementie, een ongeval... Die toestand noemen we “wilsonbekwaamheid”.
Hoe word je beschermd als je "niet meer in staat bent"?
Wilsonbekwame personen zijn personen die niet meer in staat zijn bepaalde beslissingen te nemen over hun vermogen en over hun persoon. Ze kunnen hun belangen niet meer waarnemen omdat ze de gevolgen van hun eigen handelen niet meer beseffen.
Ons recht voorziet in verschillende mogelijkheden om zelf preventief bepaalde beslissingen te nemen over het beheer van ons vermogen en onze persoon. Maar zelfs wanneer iemand wilsonbekwaam wordt, is het van belang te onthouden dat de wilsautonomie van een persoon altijd de regel blijft.
Iemand kan op verschillende manieren in een toestand van wilsonbekwaamheid geraken. Het kan plots gebeuren, bv. naar aanleiding van een ongeval, maar het kan ook geleidelijk aan komen, bv. door ouderdom, dementie, ziekte…
Wilsonbekwamen kunnen op verschillende manieren beschermd worden:
- via een buitengerechtelijke bescherming: door een zorgvolmacht
- via de gerechtelijke bescherming: door de aanstelling van een bewindvoerder
- door bepaalde voorafgaande wilsverklaringen op te stellen in het kader van zorgplanning (bv. in het kader van orgaandonatie, lijkbezorging, euthanasie, of de negatieve voorafgaande wilsverklaring).