Een naaste is overleden: wat nu?

Het overlijden van een naaste is een pijnlijke gebeurtenis waar niemand zich echt volledig op kan voorbereiden. Naast het verdriet en de onzekerheden die je overspoelen in een rouwproces, moeten er een aantal administratieve en praktische zaken geregeld worden. Aan wat moet je denken wanneer een naaste is overleden?

 

 

De eerste uren

 

Een aantal zaken regel je het best zo snel mogelijk. Wij geven je een overzicht van wat je de eerste uren na het overlijden het best onderneemt.

1. Laat het overlijden vaststellen door een arts

Sterft de naaste in het ziekenhuis, dan gebeurt dat automatisch. Sterft de naaste thuis, dan moet je een arts laten komen die het overlijden zal vaststellen.

2. Contacteer een uitvaartondernemer

Een uitvaartondernemer zal heel wat administratieve formaliteiten op zich nemen en zal zorgen dat de uitvaart op de meest serene manier voor jou verloopt. Je mag zelf kiezen wie je als uitvaartondernemer aanstelt. De begrafeniskosten worden meestal geregeld door die te verrekenen met de tegoeden van de nalatenschap.

Wie betaalt de begrafeniskosten?

Bij een overlijden horen helaas ook bepaalde kosten, denk maar aan de kosten voor de begrafenis, de kosten voor de koffietafel of de rouwmaaltijd. De begrafeniskosten kunnen op verschillende manieren worden betaald:

  • De begrafeniskosten kunnen vooraf betaald worden uit de nalatenschap. (indien er voldoende vermogen is). Aan de hand van een begrafenisfactuur kan de bank van de overledene rechtstreeks het verschuldigde bedrag betalen. 

  • Een erfgenaam kan de begrafeniskosten betalen en zich hierna verhalen op de rest van de erfgenamen. De wet schrijft voor dat iedere erfgenaam bijdraagt in de betaling van de schulden en de lasten van de nalatenschap, ieder naar evenredigheid van wat hij daaruit ontvangt.

  • Bij de aangifte van nalatenschap, kan je die kosten inbrengen als schuld van de nalatenschap. Daardoor zal je minder successierechten moeten betalen. Er zijn ook andere kosten die je kan inbrengen als schuld van de nalatenschap. De notaris kan je hierbij helpen.

3. Geef het overlijden aan bij de ambtenaar van de burgerlijke stand

Het overlijden moet aangegeven worden bij de burgerlijke stand van de gemeente waar de naaste gestorven is en de gemeente waar de naaste begraven of gecremeerd zal worden. In de praktijk zal de begrafenisondernemer die formaliteiten op zich nemen. Het kan zijn dat de begrafenisondernemer je hiervoor een paar documenten vraagt zoals het overlijdensattest van de arts, de identiteitskaart van de overledene, zijn of haar rijbewijs… Diee aangifte zal de gemeente gebruiken om een uittreksel van de overlijdensakte op te stellen.

TIP! Vraag verschillende kopieën van dat uittreksel. Je hebt die exemplaren nodig voor de bank, de notaris, het ziekenfonds en de verzekeringsmaatschappijen.

4. Formaliteiten in het kader van orgaandonatie en de schenking van een lichaam aan de wetenschap

Volgens de Belgische wet gebeurt de donatie van organen automatisch: heb je tijdens je leven geen verzet aangetekend, dan kom je in principe in aanmerking organen te doneren. De donatie kan gebeuren door iedereen die bij leven niet uitdrukkelijk verzet heeft aangetekend. In een nationaal register worden de verzetten bijgehouden.

De beslissing om het lichaam aan de wetenschap te schenken, is daarentegen een heel persoonlijke beslissing die ieder voor zichzelf moet nemen. De overledene moet uitdrukkelijk bij leven zijn toestemming hiertoe hebben gegeven. Weet je dat de overledene zijn toestemming hiervoor had gegeven, dan moet je zo snel mogelijk telefonisch contact opnemen met de bevoegde universitaire dienst (binnen de 48u). De begrafenisondernemer zal zorgen voor het vervoer van het lichaam. Na het onderzoek (dat tot twee jaar kan duren), zal het lichaam gecremeerd of begraven worden. Je kiest zelf of je hiervan op de hoogte wil gebracht worden.

 

 

De eerste dagen

 

1. Neem contact op met de bank

Erfgenamen moeten alle bankinstellingen waar de overledene klant was, informeren. Vanaf het moment dat de bank op de hoogte is van het overlijden, blokkeert ze de rekeningen en verzegelt ze de kluis tot er meer duidelijkheid is over de identiteit van de erfgenamen.

Het heeft in de praktijk geen zin om rekeningen leeg te halen met het oog op het verminderen van  de successierechten. De bank houdt een lijst van tegoeden bij die rekening houdt met eventuele geldafhalingen.

TIP! Gehuwden en wettelijk samenwonende partners kunnen de helft van het saldo van een geblokkeerde rekening afhalen tot een plafond van 5000 euro. Zo kan een bepaalde periode financieel overbrugd worden: lopende rekeningen kunnen worden betaald en de langstlevende partner kan blijven voorzien in zijn levensonderhoud. De rekeningen blijven geblokkeerd tot er een attest van erfopvolging (registratiekantoor) of een akte van erfopvolging (notaris) kan worden voorgelegd.

2. Neem contact met een notaris

De notaris zal in eerste instantie zorgen voor een attest van erfopvolging wanneer dat nodig is (een attest opgesteld door de notaris is nodig wanneer er sprake is van een testament, huwelijkscontract of handelsonbekwame erfgenamen). De notaris gaat na of de overledene een testament had opgesteld. Hij zal verder alle nodige informatie over de nalatenschap verzamelen.

Nadat de inhoud van de nalatenschap duidelijk is, zal hij jou en de andere erfgenamen adviseren over het al dan niet aanvaarden van de nalatenschap. Ten slotte zal de notaris ook helpen bij de aangifte van de nalatenschap en de vereffening en verdeling ervan.

3. Licht een aantal instanties in:

Je moet de mensen en instanties waarmee de overledene contractueel gebonden was, op de hoogte stellen. Dit kan bv. de werkgever, de boekhouder, de verzekeraars, het ziekenfonds, de werkeloosheidskas, het OCMW, de vakbond … zijn. Het DIV (dienst voor Inschrijving van Voertuigen) breng je ook op de hoogte. Was je getrouwd of wettelijk samenwonend met de overledene, dan kan je de kentekenplaat overnemen en rijden met de auto van de overledene. Wil je dit niet, dan moet je de kentekenplaat terugsturen naar het DIV.

 

 

 

De eerste maanden

 

1. Vraag uw overlevingspensioen aan

Als huwelijkspartner heb je onder bepaalde voorwaarden recht op een overlevingspensioen.

2. Denk na over het lot van de gezinswoning.

Was je samen met je partner huurder? Dan loopt je overeenkomst gewoon door. Was je samen met je partner eigenaar van de woning? Dan hangt het lot van de gezinswoning nauw samen met je erfrechten als partner. De notaris zal jou hierover meer vertellen.

3. Vergeet de aangifte van nalatenschap niet

Het valt aan te raden om niet te lang te wachten om een notaris aan te spreken. Enerzijds met oog op het deblokkeren van de rekeningen, maar anderzijds ook omdat je binnen de vier maanden na overlijden een aangifte van nalatenschap moet opstellen. Het is van belang om die termijn te respecteren. Wees gerust, de notaris zal je bij iedere stap bijstaan en adviseren.