Het K.I. stemt overeen met de jaarlijkse netto-huurprijs die in normale omstandigheden kon bekomen worden voor een onroerend goed.
De netto-huurprijs is de vermoedelijke huurwaarde, verminderd met een forfaitair bedrag voor onderhouds- en herstellingskosten, nl. 40% voor een bebouwd onroerend goed en 10% voor een onbebouwd onroerend goed. Het K.I. wordt vastgesteld door de administratie van het kadaster.
Het kadastraal inkomen wordt elk jaar geïndexeerd met een bepaald percentage, teneinde het in overeenstemming te brengen met de evolutie van de huurprijzen.
Om het K.I. te kunnen vaststellen bij de ingebruikname van een nieuw gebouwd onroerend goed, wordt de administratie van het kadaster hiervan ingelicht door de gemeentediensten.
De gemeente licht het kadaster in van de afgegeven bouw- en verkavelingsvergunningen. Voor meer informatie omtrent de aangifte en de vaststelling van het K.I. wordt verwezen naar www.fiscus.fgov.be, rubriek FAQ, kadastraal inkomen.
Indien de eigenaar niet akkoord gaat met het vastgestelde K.I. dient hij binnen twee maand, volgend op de hem betekende kennisgeving, een gemotiveerd bezwaarschrift, bij aangetekend schrijven, in te dienen met zijn tegenvoorstel. De eigenaar kan dit bezwaarschrift motiveren met opgave van lagere K.I.'s toegekend aan vergelijkbare eigendommen gelegen in dezelfde omgeving.
Het uiteindelijke vastgestelde kadastraal inkomen zal nadien bepalend zijn voor de jaarlijkse onroerende voorheffing, voor de aangifte in de personenbelasting, voor het bepalen van de pachtprijzen van landbouweigendommen. Het K.I. is in Vlaanderen echter niet meer bepalend om de verschuldigde registratiebelasting te bepalen bij de aankoop van een gezinswoning.
De onroerende voorheffing, vroeger grondbelasting genaamd, bedraagt een percentage van het K.I. en verschilt van gemeente tot gemeente. In bepaalde gevallen wordt de onroerende voorheffing verminderd (bescheiden woning, kinderen ten laste enz.)
Het K.I. dient in de personenbelasting te worden aangegeven als een inkomen uit onroerend goed. Indien de eigendom voor beroepsdoeleinden of aan een vennootschap wordt verhuurd, moeten ook de reëel ontvangen huurgelden worden aangegeven.
Ook de pachtprijzen van de landbouwgronden worden driejaarlijks vastgelegd door toepassing van een coëfficient op het kadastraal inkomen.