De langstlevende echtgenoot is een voorbehouden erfgenaam in de nalatenschap van zijn overleden echtgenoot. Wat betekent dit?
De wet van 14 mei 1981 heeft het erfrecht van de langstlevende echtgenoot grondig gewijzigd. De voornaamste vernieuwingen zijn:
- de langstlevende echtgenoot wordt een volwaardige erfgenaam. Zijn aandeel varieert naargelang de andere erfgenamen waarmee hij moet delen.
- de langstlevende krijgt een reserve toebedeeld zoals de kinderen, wat betekent dat zijn voorbehouden deel hem in principe (zie de mogelijkheden van onterving verder in deze tekst) niet meer kan worden ontnomen.
- Indien de langstlevende samen met kinderen erft, bekomt hij het vruchtgebruik over de ganse nalatenschap (zijnde de helft van de gemeenschap en de eigen goederen van de eerststervende - de wederhelft van de gemeenschap behoort hem in volle eigendom toe als deelgenoot van die gemeenschap). De kinderen erven de blote eigendom elk voor een gelijk deel.
- Zijn er geen kinderen maar wel ouders en broers of zusters of eventueel ooms, tantes, neven of nichten van de eerststervende, dan bekomt de langstlevende de volle eigendom van de ganse gemeenschap en het vruchtgebruik van de eigen goederen van de eerststervende. De blote eigendom van deze eigen goederen komt dan toe aan ouders en/of broers en zusters van de eerststervende of nog, bij onstentenis van voornoemden, aan ooms en tantes, neven en nichten.
- Met een testament kan de eerststervende het aandeel van de langstlevende vermeerderen met de volle eigendom van zijn nalatenschap; zij het niet voor de totaliteit, als de eerststervende kinderen nalaat. Deze hebben een voorbehouden deel dat hen niet kan worden ontnomen en waarvan de hoegrootheid afhankelijk is van het aantal kinderen. Hij kan wel de totaliteit geven indien de langstlevende in samenloop komt met ouders, broers of zusters, ooms en tantes, nichten of neven.
- Zijn er geen kinderen, geen ouders van de eerststervende, noch broers of zusters en ook geen ooms of tantes, neven of nichten, dan bekomt de langstlevende echtgenoot alles in volle eigendom.
- Bij testament kan de eerststervende de langstlevende onterven maar slechts voor de helft van zijn wettelijk erfrecht.
De reserve of het voorbehouden deel van de langstlevende is de helft in vruchtgebruik over de ganse nalatenschap ; daarin is in elk geval begrepen de ganse gezinswoning en alle meubelen en huisraad daarin aanwezig, ook al overtreft de waarde van dit vruchtgebruik de helft van de waarde van het vruchtgebruik van de nalatenschap. Dit deel kan slechts worden ontnomen in de twee volgende gevallen :
- als de echtgenoten op de dag van het overlijden sinds méér dan zes maand feitelijk gescheiden leefden en indien de erflater, voor zijn overlijden, bij een gerechtelijke akte als eiser of verweerder een afzonderlijk verblijf had gevorderd en voor zover de echtgenoten na die akte niet opnieuw zijn gaan samenwonen.
De erflater moet zijn wil uitdrukken in een testament.
- als de echtgenoten een procedure echtscheiding bij onderlinge toestemming zijn begonnen en één van hen overlijdt tijdens de procedure, dan zal de erfrechtregeling worden toegepast die in de voorafgaande overeenkomsten werd bedongen.