Inbreng en inkorting

"Inbreng" en "inkorting" zijn twee mechanismen die de erfgenamen beschermen. Een zogenaamde "inbreng" garandeert de gelijke behandeling van de erfgenamen. Een "inkorting" beschermt dan weer het minimaal erfdeel van de erfgenamen.

 

 

Wat is een "inbreng"?

Het systeem van de inbreng bij schenkingen waarborgt de gelijkheid tussen de erfgenamen van de overledene. Alles wordt immers terug verzameld om beter te kunnen uitrekenen wat iedereen al heeft gekregen en wat iedereen nog moet krijgen. Dat is ook de reden waarom we in deze gevallen spreken van een “schenking op voorschot van erfdeel”. De schenker schenkt tijdens zijn leven slechts een voorschot op een erfenis, aangezien deze schenking op het moment van het overlijden van de erflater terugkeert naar de nalatenschap en verrekend wordt. Dit noemt men een “inbreng van schenking”.

Denk maar een vader met twee zonen (Bart en Tom). De vader doet een schenking als voorschot op een erfdeel aan Bart. Wanneer de vader zou overlijden zal Bart zijn verkregen schenking moeten "inbrengen". Zijn schenking keert terug in de te verdelen massa. De waarde die Bart moet inbrengen komt overeen met de waarde op het moment van de schenking, geïndexeerd tot de dag van het overlijden.

 

 

De waarde op het moment van de schenking telt!

Het is de waarde van de woning op het moment van de schenking (mits indexatie, waarover verder meer), die in rekening worden gebracht. Welk voordeel heeft dit?

Een kind die een schenking heeft ontvangen, is zeker dat hij de geschonken woning kan behouden, maar de waarde van de woning zal wel verrekend worden van het erfdeel dat hij zal ontvangen. Is de woning méér waard dan wat hij normaal gezien zou ontvangen? Dan zal het begunstigde kind een bepaald bedrag als compensatie moeten betalen aan zijn broer(s) en/of zus(sen). Is de geschonken woning met de jaren in waarde gestegen? Dan maakt dat voor de andere kinderen niet uit. Het is immers de waarde op het moment van de schenking (de waarde die, in principe, vermeld staat in de schenkingsakte), geïndexeerd tot op het moment van overlijden, die voortaan zal tellen voor de verdeling.

 

 

Uitzondering voor schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik

Een schenking krijgen, betekent voor het kind (begunstigde van de schenking) niet altijd dat hij er al van dag één over kan beschikken. Soms wordt er geschonken met de specifieke vermelding dat de begunstigde (in ons voorbeeld de kinderen) pas later over zijn schenking zal kunnen beschikken. Denk maar aan ouders die aan één van hun kinderen een appartement schenken, maar zichzelf het vruchtgebruik voorbehouden. Op die manier kunnen de ouders er tot op het einde van hun leven in vertoeven…

Als dit het geval is, wordt de waarde van de schenking vastgelegd op de dag waarop het kind (de begunstigde van de schenking) effectief als volle eigenaar kan genieten van zijn schenking.

 

Wat is een "inkorting"?

Ondertussen is het al duidelijk: je mag niet zomaar onbegrensd je vermogen wegschenken of legateren via een testament. Dan loop je immers het risico om ook het voorbehouden deel van je kinderen en/of je echtgeno(o)t(e) aan te tasten. Maar wat als je nu toch het overgrote deel van je vermogen schenkt of legateert aan bijvoorbeeld een nichtje, zonder rekening te houden met de reserve van je kinderen?

Dan zullen je kinderen hun erfdeel mogen opeisen ten belope van hun reserve. Wat je hebt geschonken aan je nichtje zal “gekortwiekt” worden ten belope van wat je kinderen nog zouden moeten ontvangen. Dit noemt men de “inkorting”.

 

 

inkortingen gebeuren in waarde

Als er een “inkorting” nodig zou zijn (omdat de reserve van een kind wordt aangetast), dan zal deze inkorting in principe (en behoudens enkele uitzonderingen) “in waarde” gebeuren.

Gevolg? Het zal volstaan dat het nichtje in ons voorbeeld een vergoeding betaalt aan de benadeelde kinderen. Deze vergoeding staat gelijk aan het voorbehouden deel dat de kinderen hadden moeten ontvangen. Het nichtje zal de woning mogen houden.