Je meerderjarig zorgenkind beschermen? Spreek erover met de notaris!

26 november 2020

Ouders van kinderen met een fysieke of mentale beperking kampen met specifieke kopzorgen. ‘Wie ontfermt zich over ons kind als we er niet meer zijn?’, ‘Wat met zijn of haar erfenis?’, ‘Hoe zal het kind in zijn levensonderhoud voorzien’? Deze vragen dwingen de ouders om na te denken over hun toekomstige nalatenschap. Daarbij moeten ze vaak ook rekening houden met de belangen van de andere kinderen. Een notaris is geknipt om een oplossing uit te werken waarin iedereen zich kan vinden.

Meer nalaten aan een kwetsbaar kind

Ouders kunnen een zorgenkind meer nalaten dan het wettelijk minimum. Zo kunnen ze een financiële buffer opbouwen voor het geval dat hun meerderjarig kind niet in zijn levensonderhoud kan voorzien. Meer geven aan één kind, kan dat? Ja, zolang de andere kinderen hun ‘minimum’ erfdeel ontvangen (de erfrechtelijke reserve). Is het minimumdeel van de kinderen aangetast, dan kan er discussie ontstaan. Benadeelde kinderen kunnen hun deel ‘opeisen’.

Dit kan vermeden worden met een punctuele erfovereenkomst. Hiermee aanvaarden de broers en zussen van een kwetsbaar meerderjarig kind formeel dat hun minimaal erfdeel wordt aangetast, ten voordele van hun broer of zus met een beperking. Ouders zijn op deze manier minder beperkt indien ze een belangrijk deel willen schenken aan hun zorgenkind. Een gemoedsrust voor ouders, want het gaat om een regeling waar de broer(s) of zus(sen) achter staan.

In een erfovereenkomst kunnen de ouders met hun kinderen ook andere regelingen treffen. Zo kunnen deze overeenkomsten een oplossing bieden voor ouders die veel geïnvesteerd hebben in de zorg van hun zorgbehoevend kind.  Een familiepact zorgt voor evenwicht tussen alle kinderen. Bij zo’n overeenkomst regelen ouders, samen met hun kinderen, in alle openheid en met de nodige zekerheid, hun nalatenschap. Ouders bekijken de voordelen of de inspanningen die ze aan hun zorgenkind al hebben toegekend, in het licht van bepaalde (toekomstige) schenkingen aan de ander kinderen.

Een regeling uitwerken voor de erfenis van je kind

Mogelijk krijgt het zorgenkind nooit kinderen aan wie hij iets kan nalaten. Een testament opstellen of overgaan tot een schenking is voor een meerderjarige met een beperking ook niet vanzelfsprekend. Resultaat? De kans is reëel dat het vermogen, na het overlijden van het zorgenkind, terecht komt bij verre familieleden. Dat is vaak niet de wens van de ouders.

Werken met een ‘restlegaat’ biedt hier een oplossing. Hierbij beschikken de ouders twee maal over hun goederen: in eerste instantie komen de goederen toe aan het zorgenkind. Maar de ouders duiden ook aan wie het overblijvende gedeelte van het legaat ontvangt wanneer het zorgenkind er niet meer is. De aangeduide ‘tweede’ begunstigde kan een familielid zijn (bv. een broer of zus) maar het kan ook een instelling of organisatie zijn. Indien de tweede begunstigde een broer of zus is, zal deze laatste niet belast worden tegen het tarief ‘broers zussen’ (25% / 30% / 55%) maar wél tegen het lagere tarief ‘in rechte lijn’ (3%/9%/27%). Willen ouders liever schenken, dan kan dat met een ‘restschenking’. Hier gaat men op dezelfde manier te werk. Bij een restschenking is er schenkbelasting verschuldigd, geen erfbelasting.

De zorg en het beheer van het kind

Een ander aandachtspunt is het behartigen van de belangen van het zorgenkind. Zowel op vermogensrechtelijk vlak, als op persoonlijk vlak. Is het zorgenkind geestelijk bekwaam, maar fysiek beperkt (waardoor het zich bv. moeilijk kan verplaatsen)? Dan kan het opstellen van een zorgvolmacht een oplossing bieden. Met zo’n notariële akte geeft de meerderjarige zelf via een lastgeving bepaalde richtlijnen over het beheer van zijn vermogen.

Kan de meerderjarige zijn eigen belangen niet behartigen?  Dan biedt een bewindvoerder  mogelijk een uitweg. De bewindvoerder kan in opdracht van de vrederechter de uitgaven van het kind regelen, inkomsten ontvangen, contracten afsluiten, een aangepast verblijf mee helpen zoeken... De opdracht is aangepast aan de situatie van het kind. Indien communicatie met het zorgenkind moeizaam is, kan een vertrouwenspersoon zorgen voor een vlotte wisselwerking.

Is er sprake van een omvangrijk vermogen? Dan kunnen ouders een maatschap oprichten. Zo zetten ouders een deel van hun vermogen in om te voorzien in de zorg voor hun kind. Het vermogen wordt afgezonderd en bestaat dan uit aandelen. Deze aandelen kunnen ouders aan hun kinderen of aan het zorgenkind alleen schenken. Via de statuten van de maatschap stellen de ouders zichzelf aan als ‘zaakvoerder’ waardoor ze het vermogen beheren. Bovendien kunnen ouders via de statuten van de maatschap mensen aanduiden die de taken op zich nemen, als ze er niet meer zijn.

Voorzien in levensonderhoud van het kind

Ouders die vrezen dat hun kind zelf niet in zijn levensonderhoud kan voorzien,  kunnen een testament opstellen of een schenking doen in het voordeel van een derde. Daar koppelen ze vervolgens een ‘last’ aan. De last kan erin bestaan dat de aangeduide persoon een periodieke uitkering doet aan het kind, een lijfrente uitkeert, of de verplichting opneemt om het kind te onderhouden, te verzorgen, te huisvesten… Ouders kijken best na wat de impact is van zo’n schenking of legaat op de sociaalrechtelijke uitkeringen van het kind. Mogelijks wordt de rente gezien als een inkomstenbron. Voor de ouders wordt het dan afwegen...

De derde kan ook een fonds of een stichting zijn. Ook hier is de boodschap dat de ouders zich vooraf best informeren.

Hoe moet het verder met de toekomst van mijn zorgenkind eenmaal ik er niet meer ben? Een allesomvattend antwoord bestaat niet. Ontdek hier het verhaal van Hilde, Jan en hun zoon Simon: “Jan en Hilde bouwen een zorgwoning voor hun zoon met het syndroom van Down”.

 

Bron: Fednot