(groot)ouders

Kinderen erven doorgaans op latere leeftijd. Veel ouders en grootouders willen hun kinderen of kleinkinderen dan ook bij leven een financieel duwtje in de rug geven. Dat kan op verschillende manieren. Wij bekijken hier de meest voorkomende manieren om de overdracht van een vermogen naar de kinderen te organiseren. Wil je hierover meer weten? Aarzel niet om te rade te gaan bij een notaris.

 

De schenking

 

Zowel grootouders als ouders kunnen bij leven een deel van hun vermogen afstaan via een schenking. Maar schenken doe je op een voorzichtige manier. Op de eerste plaats zijn schenkingen onherroepelijk. Gegeven is gegeven. Zelfs als er voorwaarden en lasten gekoppeld worden aan een schenking, kan de schenker bijvoorbeeld het geschonken goed niet meer verkopen. Bovendien gebeurt schenken volgens de regels van de kunst. Het fiscaal interessant aspect van een schenking kan al snel verloren gaan, indien je bij het schenken bepaalde regels niet volgt. Twijfel je als ouder of als grootouder om te schenken? Laat je adviseren door een notaris; hij zal bekijken wat financieel en burgerrechtelijk het interessantste is.

 

Het testament

 

Doorgaans gebruiken vooral mensen die geen kinderen hebben een testament. Toch kan het testament ook voor grootouders nuttig zijn. Zij kunnen immers een “verdeel-en-heers” testament opstellen. Met dat testament verdelen ze hun nalatenschap over meerdere personen, waardoor elke erfgenaam minder successierechten of erfbelasting betaalt. Elke erfgenaam ontvangt een kleiner netto-erfdeel en betaalt zo op zijn deel een lager tarief aan successierechten of erfbelasting. Zo’n testament kan  nuttig zijn voor grootouders die verschillende kleinkinderen hebben.

 

De verwerping van hun eigen nalatenschap

 

Een ouder kan - al dan niet in samenspraak met zijn eigen ouder - beslissen dat hij of zij zijn erfenis zal verwerpen in het voordeel van zijn kinderen. De kinderen erven door de verwerping in de plaats van hun ouder. Ze erven dan rechtstreeks van hun grootouder. De beslissing ligt niet bij de grootouders, maar bij de ouder. Die techniek, ook bekend als de  “erfenissprong”, is bovendien fiscaal interessant: er is slechts één overgang (grootouder – kleinkind), waardoor er maar eenmaal successierechten worden betaald, in plaats van twee keer. Sinds 1 september 2018 kan een ervende ouder ook een deel van een erfenis belastingvrij schenken. De schenking moet dan wel gebeuren binnen het jaar na het overlijden.

 

De gesplitste aankoop?

 

Onder heel strikte voorwaarden kunnen ouders en kinderen samen een onroerend goed aankopen: de kinderen in blote eigendom, de ouders in vruchtgebruik. Enerzijds kopen de kinderen de blote eigendom, “de kapitaalwaarde”, en anderzijds kopen de ouders het vruchtgebruik over de woning, wat hen toelaat om de woning te bewonen of te verhuren tot aan hun overlijden. Op het ogenblik van het overlijden betalen de kinderen geen successierechten meer op de aangekochte eigendom. Die techniek is al een aantal keer onder vuur genomen en de fiscus koppelt strenge voorwaarden aan die successietechniek. Laat je op voorhand goed adviseren.

 

 

De verkoop

 

Ouders kunnen in principe vrij kiezen aan wie ze hun eigendom verkopen. Ze kunnen dus perfect een woning verkopen aan een kind. Wel zal je  hier moeten opletten dat je je niet begeeft op het terrein van de onrechtstreekse schenking. Een verkoop wordt een schenking indien een onredelijke lage prijs wordt betaald. Om de gelijkheid tussen de kinderen te behouden moet de woning verkocht worden aan een realistische prijs, die rekening houdt met de werkelijke waarde van de woning. Om op objectieve wijze de verkoopprijs te bepalen, doe je er goed aan je te laten bijstaan door een deskundig schatter of een notaris. Indien een ouder aan een lage prijs wenst te verkopen, laat hij zich best adviseren door de notaris. Eventueel zal het saldo tussen de werkelijke waarde van de woning en de gevraagde prijs beschouwd worden als een schenking aan het kind dat de woning wenst te kopen. Die schenking kan dan eventueel worden verrekend met het toekomstig erfdeel van het begunstigd kind.