Ouders van zorgenkinderen

Sommige ouders zijn onzeker over de toekomst van hun kind op de arbeidsmarkt omdat hun kind lijdt aan een mentale of fysieke beperking. De financiële toekomst van hun zorgenkind is vaak de grootste zorg van die ouders. Bovendien is de kans reëel dat het zorgenkind zelf geen kinderen zal hebben, zodat hun vermogen in de verre toekomst misschien door de wettelijke regels terechtkomt bij een ver familielid. De notaris kan met die ouders verschillende op maat gemaakte oplossingen bekijken.

 

 

 

De schenking of het legaat met bepaalde lasten

 

Ouders van een zorgenkind kunnen een testament opstellen waarbij ze een legaat nalaten aan een derde persoon (bv. een familielid of een vertrouwenspersoon) en waarbij het verkrijgen van dat legaat gepaard gaat met een welbepaalde last, die omschreven is in functie van de noden van het zorgenkind. Wanneer een derde het legaat aanvaardt, verbindt hij zich eveneens ten opzichte van het zorgenkindde last op zich te nemen. Dezelfde werkwijze kan gehanteerd worden bij een schenking. Bij een schenking moet de last in verhouding zijn tot de schenking. De waarde van de last mag de waarde van de schenking niet overstijgen, op risico dat de schenking door de fiscus geherkwalificeerd wordt, met alle gevolgen van dien. Er moet dus op voorhand een berekening gebeuren, wat in de praktijk niet altijd evident is. Je weet immers niet altijd hoeveel en hoe lang een zorgenkind in de toekomst de zorg nodig zal hebben.

 

Welke lasten kunnen bedongen worden in een schenking of een legaat?

 

Een eerste “soort” last kan bestaan in de verplichting om aan het zorgenkind periodiek een bepaalde uitkering of rente te betalen. Willen de ouders zich meer richten op de verzorging van het zorgenkind, dan kunnen ze de last omschrijven als een verplichting om te voorzien in de verzorging of het onderhoud van het zorgenkind. Dat wordt best nauwkeurig omschreven. Het voordeel van een testament is dat de ouders op ieder moment het testament kunnen wijzigen, wat met een schenking niet kan. Een schenking is immers onherroepelijk. Bovendien veronderstelt een schenking een onmiddellijke eigendomsoverdracht van de ouders naar de begunstigde. De ouders van een zorgenkind  moeten berekenen hoeveel levensmiddelen en kapitaal ze zelf nog  zullen nodig hebben. Nadeel aan een legaat (testament) is dan weer dat de ouder die het testament heeft opgesteld, er op het moment van de uitvoering niet meer zal zijn om te controleren of de begunstigde de last wel correct uitvoert. Eventueel kan de ouder dat probleem opgevangen door een bewindvoerder aan te stellen.

 

 

Een restschenking of een restlegaat

 

Een restschenking of een restlegaat is een schenking of een legaat waarbij de ouders twee begunstigden aanduiden. Er wordt in twee stappen gewerkt: de eerste begunstigde krijgt de schenking of het legaat en wat overblijft (“de rest”) krijgt de tweede begunstigde. In eerste instantie zullen de goederen toekomen aan het zorgenkind. Daarnaast duiden de ouders ook de personen aan, aan wie hetgeen overblijft zal toekomen bij het overlijden van het kind. Deze persoon, die een familielid of zelfs een zorginstelling kan zijn, verkrijgt dus de overblijvende goederen in tweede orde. Op die manier kunnen ouders ook na hun dood de zekerheid hebben dat hun kind voldoende kapitaal heeft, én dat een persoon of zorginstelling instaat voor zijn of haar zorg. Ook op fiscaal vlak heeft het werken met een restschenking of restlegaat bepaalde voordelen. De notaris zal u hierover kunnen informeren.

 

De erfovereenkomst

 

Ook een erfovereenkomst kan ouders een gemoedsrust geven. Met een erfovereenkomst kunnen ouders, samen met hun kinderen, bepalen of er een evenwicht is tussen de kinderen voor de genoten schenkingen en verkregen voordelen. Bovendien kunnen broers en zussen van het zorgenkind ook individueel bepaalde beslissingen nemen ten opzichte van de schenkingen, in het voordeel van hun broer of zus. Dat kan handig zijn indien ouders een groot deel van hun vermogen willen gebruiken om te schenken of te legateren in het kader van de zorgvoorziening van hun zorgenkind.

 

De stichting

 

Ouders die hulp nodig hebben bij het beheer van hun vermogen in functie van hun zorgenkind kunnen overwegen om een stichting op te richten. Bij een stichting staat het vermogen als het ware “geparkeerd” voor het zorgenkind. Het vermogen heeft een specifieke bestemming: de zorg en het levensonderhoud van het zorgenkind. De stichting wordt door minimum drie leden bestuurd (dat kunnen de ouders zijn met een ander familielid of een professional). In de statuten kunnen bepaalde afspraken gemaakt worden. Bovendien kunnen de statuten ook anticiperen op het overlijden van de ouders. Een stichting laat ook toe aan de ouders om op voorhand het erfdeel van het zorgenkind af te scheiden van de rest van hun vermogen, zodat een latere onverdeeldheid tussen het zorgenkind en zijn broers en zussen vermeden kan worden.

De stichting is niet voor iedereen een gepaste oplossing. De notaris zal met u bekijken welke oplossing het best aansluit bij uw specifieke situatie.