In- en uitbrengbedingen

Goederen die “eigen” zijn, kunnen in het wettelijk stelsel ondergebracht worden in het “gemeenschappelijk” vermogen. Dat kan door een inbrengclausule toe te voegen aan de huwelijksovereenkomst.

Zowel roerende als onroerende goederen kunnen ingebracht worden in de gemeenschap, hoewel de inbreng van een onroerend goed in de praktijk meer voorkomt.

 Waarom zou je een “eigen” onroerend “gemeenschappelijk” willen maken?

-           Omdat er nog een lening loopt op het goed die tijdens het huwelijk met gemeenschappelijke gelden zal worden afgelost;

-           Omdat er tijdens het huwelijk zal gebouwd worden op grond die toebehoort aan één van de partners en de op te richten constructie als gezinswoning zal worden bestemd;

-           ...

Eigen goederen inbrengen in het gemeenschappelijk vermogen zal weliswaar gevolgen hebben voor de partners wanneer het gemeenschappelijk vermogen verdeeld wordt, bijvoorbeeld in geval van een echtscheiding.

Het is dan ook van belang dat je samen met je huwelijkspartner je wensen goed bespreekt met je notaris. Je notaris kan dan uitmaken of het goed beter ingebracht wordt in het gemeenschappelijk vermogen dan wel of hij/zij een clausule zal opstellen die volledig beantwoordt aan jullie wensen.

De omgekeerde beweging komt ook voor: de uitbrengclausule. Hierbij wordt een goed uit het gemeenschappelijk vermogen overdragen naar het “eigen” vermogen van één van de partners.