Kiest men ervoor de activiteit te structureren onder vennootschapsvorm, dan heeft men de keuze om ofwel samen te werken zonder daartoe een geschreven overeenkomst op te maken, waarbij dan door louter openlijk en duurzaam ondernemen de “vennootschap” veruiterlijkt wordt, ofwel te kiezen voor een geschreven samenwerkingsovereenkomst onder de vorm van een van de wettelijk voorzienen vennootschapsvormen.
De geschreven samenwerkingsovereenkomst onder een van de wettelijke vennootschapsvormen brengt meer formaliteiten met zich mee dan de eenmanszaak, maar zal in de meeste gevallen een betere en veiligere structuur bieden aan de gevoerde activiteit.
Het is de ondernemer zelf die de beslissing moet nemen of hij al dan niet in vennootschapsverband wil werken.
De keuze die hij zal moeten maken, kan gestoeld zijn op verschillende redenen.
Het nieuwe vennootschapsrecht voorziet slechts 4 basisvormen: De maatschap, met als varianten de vennootschap onder firma (VOF) en gewone commanditaire vennootschap (Comm.V.), de Coöperatieve Vennootschap (CV), de Besloten Vennootschap (BV) en de Naamloze Vennootschap (NV).