Inbreng: in geld of natura?
Het kapitaal van de vennootschap wordt gevormd door hetgeen de oprichters in de vennootschap inbrengen.
In elk van de drie besproken vennootschapsvormen kan die inbreng gebeuren door middel van geld of door een inbreng in natura (vermogensbestanddelen die naar economische maatstaven kunnen worden gewaardeerd, zoals bijvoorbeeld een onroerend goed of een handelszaak).
Sinds 1 mei 2019 kunnen oprichters ook knowhow en arbeid inbrengen. Dit staat dan gelijk aan een inbreng in natura.
De wetgever heeft voor elk van de drie vennootschapsvormen een controle voorzien teneinde de werkelijkheid en de juistheid van de inbrengen na te gaan.