Een tijdelijke bescherming
De aanvraag tot een gerechtelijke reorganisatie zorgt ervoor dat je tijdelijk beschermd bent tegen de aanspraken van je schuldeisers. Zij kunnen tijdens de reorganisatie geen beslag leggen op de goederen van je onderneming. Je kan aan de rechtbank ook een ondernemingsbemiddelaar voorstellen, een persoon die je zal helpen bij de reorganisatie.
Om er weer bovenop te komen zijn er drie mogelijkheden:
- Je kan een minnelijk akkoord sluiten met minstens twee van je schuldeisers. Dat kan zowel binnen als buiten de ondernemingsrechtbank om. In het kader van zo’n akkoord, bijvoorbeeld een afbetalingsplan, kan je aan de betrokken schuldeisers bepaalde zekerheden geven. Zo kan je bepaalde goederen in pand geven. Slaag je er uiteindelijk toch niet in om jouw schulden af te betalen en ga je toch over de kop, dan moet de curator rekening houden met de waarborgen die je al aan bepaalde schuldeisers hebt gegeven. De curator van het faillissement kan ze dan niet meer verkopen ten behoeve van alle schuldeisers.
- Je kan ook proberen om een collectief akkoord te bereiken met al je schuldeisers. Daarbij kan je een reorganisatie of een afbetalingsplan voorstellen aan al de schuldeisers. Het volstaat dat een meerderheid van schuldeisers ermee akkoord gaat. In dat geval is het akkoord bindend voor alle schuldeisers die in het plan zijn opgenomen. Je kan aan de schuldeisers vragen om tot 80 procent van hun schuldvordering kwijt te schelden. Zo’n akkoord moet wel gehomologeerd worden. Daardoor krijgt het akkoord door de rechtbank de kracht van een vonnis. .
- Tot slot kan je proberen om de minder winstgevende activiteiten te verkopen. Dan spreekt de wet van ‘een overdracht onder gerechtelijk gezag’.