Geen recht van hoger bod meer bij gerechtelijke openbare verkopen: vanaf 1 september 2018

22 februari 2018

Naast de gekende vrijwillige openbare verkoop, bestaan er ook gerechtelijke openbare verkopen en minnelijke openbare verkopen onder gerechtelijke vorm. Dit zijn openbare verkopen die uitgevoerd worden in het kader van een beslag of een collectieve schuldenregeling (gerechtelijke openbare verkopen) en verkopen in het kader van een faillissement of een verkoop met onbekwamen (minnelijke openbare verkopen onder gerechtelijke vorm). Voor deze specifieke openbare verkopen (dus niet voor de vrijwillige openbare verkopen) verandert er in de toekomst één en ander op procedureel vlak.

Recht op hoger bod?
Het recht op hoger bod houdt op vandaag in dat de notaris op de eerste zitdag een goed toewijst aan de kandidaat-koper die het hoogste bod uitbrengt. De toewijzing gebeurt "onder de opschortende voorwaarde van afwezigheid van hoger bod". Dat betekent dat iedereen op dat moment de kans krijgt om nog een hoger bod te doen, en dit binnen een termijn van vijftien dagen. Er zijn vervolgens twee mogelijkheden: ofwel volgt er geen hoger bod en wordt de opbieder definitief eigenaar voor de prijs van zijn laatste bod, ofwel komt er wel een hoger bod en dus een nieuwe zitdag. Op de tweede zitdag worden de biedingen hervat. Deze procedure wordt vandaag zeer vaak gebruikt bij gerechtelijke openbare verkopen.

De openbare verkoop met mogelijkheid van hoger bod gaat vandaag nog gepaard met een aantal niet te onderschatten organisatiekosten. De nieuwe procedure bij deze openbare verkopen (waarbij de mogelijkheid om een hoger bod in te stellen wordt afgeschaft), zal leiden tot een meer dynamische procedure waarbij de kosten voor de burgers finaal verminderd zullen worden.

Nieuwe wet mét overgangsbepaling
Aan de kostelijke en tijdrovende procedure van één zitdag met recht op hoger bod komt een einde met de invoering van een nieuwe wet op de insolvabiliteit. Deze wet treedt in werking op 1 mei 2018. Betekent dit dat alle gerechtelijke openbare verkopen vanaf deze datum zonder recht op hoger bod zullen verlopen? Nee. Als gevolg van een overgangsbepaling zullen de gerechtelijke openbare verkopen en minnelijke openbare verkopen onder gerechtelijke vorm waarvan de eerste zitting vóór 1 september 2018 is vastgelegd, toch nog vallen onder de oude bepalingen (dus met een mogelijkheid tot hoger bod). Dit geldt ook wanneer de initiële zitting om één of andere reden opgeschort wordt naar een datum na 1 september 2018.

Voorbeelden

Een gerechtelijke openbare verkoop waarvan de zitdag wordt vastgelegd op 1 augustus 2018?
                                → openbare verkoop mét recht op hoger bod kan

Een gerechtelijke openbare verkoop waarvan de zitdag wordt vastgelegd op 15 september 2018?
                                → openbare verkoop met recht op hoger bod kan niet

Een gerechtelijke openbare verkoop waarvan de zitdag initieel werd vastgelegd op 8 augustus 2018, maar uitgesteld werd tot 25 september 2018?
                                → openbare verkoop met recht op hoger bod kan, want de initiële zitdag werd vastgelegd vóór 1 septamber 2018!           

Vergeet niet dat dat de vrijwillige openbare verkopen niet onderworpen zullen zijn aan de nieuwe procedure: daar blijft de mogelijkheid tot het instellen van een hoger bod dus mogelijk.
 

Bron: Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat