Naast de gegevens van de betrokken personen en de gegevens van de notaris, wordt het huwelijksvermogensstelsel aangeduid dat in het huwelijkscontract wordt aangenomen.
Daarbij kunnen de volgende stelsels worden aangeduid, waarbij enkel voor het “Wettelijk stelsel” een onderscheid wordt gemaakt naar gelang de echtgenoten getrouwd zijn vóór, dan wel vanaf de inwerkingtreding van de wet van 14 juli 1976, op 28 september 1976.
1) Wettelijk stelsel
Voor echtgenoten gehuwd vóór 28 september 1976:
- Het toenmalig wettelijk stelsel bestond uit een gemeenschap van roerende goederen en aanwinsten.
Voor echtgenoten gehuwd vanaf 28 september 1976:
- Het wettelijk stelsel bestaat uit een gemeenschappelijk vermogen van aanwinsten.
- Het wettelijk stelsel is van toepassing op alle echtgenoten:
- die huwen zonder huwelijkscontract, of
- die in hun huwelijkscontract een loutere rechtskeuze doen voor het Belgisch recht of
- die in hun huwelijkscontract kiezen voor het wettelijk stelsel, zonder dat ze afwijkingen aan het wettelijk stelsel bedingen (bijvoorbeeld waarbij ze enkel voorzien in een lijst van eigen goederen).
Ingeval van afwijkende bedingen, ongeacht in welke mate deze afwijken van het wettelijk stelsel, moet als stelsel een “conventionele gemeenschap” worden aangeduid (zie hierna). Enkel wanneer de echtgenoten op geen enkele manier zijn afgeweken van het wettelijk stelsel, zoals dit wordt bepaald in de artikelen 1398-1450 van het Burgerlijk Wetboek, dient in het CRH als huwelijksvermogensstelsel “Wettelijk stelsel (voor echtgenoten gehuwd vanaf 28 september 1976)” te worden aangeduid.
2) Conventioneel gemeenschapsstelsel met uitzondering van de algehele gemeenschap
Dit is een gemeenschapsstelsel waarbij de echtgenoten in hun huwelijkscontract of door een latere wijziging afwijken van de regels van het wettelijk stelsel, door bijvoorbeeld de omvang van de gemeenschap uit te breiden door een inbreng of de omvang te beperken, of door af te wijken van de regels van de vereffening en verdeling.
3) Algehele gemeenschap
Dit is een gemeenschapsstelsel waarbij alle goederen van de echtgenoten zowel deze die ze vóór het huwelijk bezitten als deze die ze tijdens het huwelijk verwerven, waaronder ook de geërfde of geschonken goederen, in het gemeenschappelijk vermogen vallen.
4) Zuivere scheiding van goederen
Dit is een stelsel waarbij de echtgenoten hun vermogens volledig gescheiden houden, zowel op het vlak van de goederen, van de schulden als op het vlak van het bestuur.
5) Scheiding van goederen met een verrekenbeding of met uitgestelde gemeenschap
Dit is een stelsel van scheiding van goederen waaraan echtgenoten correcties hebben toegevoegd, bijvoorbeeld een verrekenbeding waarbij de echtgenoten bepalen wat de verrekenmassa, de verrekensleutel, het verrekentijdstip en de modaliteiten zijn of een alsof-beding, of nog, met een uitgestelde gemeenschap.
6) Scheiding van goederen met toevoeging van een beperkte gemeenschap
Dit is een stelsel van scheiding van goederen waaraan de echtgenoten een beperkte gemeenschap hebben gekoppeld, maar waarbij het stelsel van scheiding van goederen het basisstelsel blijft. De echtgenoten kunnen zelf de samenstelling van deze gemeenschap (bijvoorbeeld enkel 1 of meerdere onroerende goederen, of enkel de besparingen), de regels van bestuur en van vereffening en verdeling bepalen.
7) Huwelijksstelsel van vreemd recht
Dit is een huwelijksstelsel dat beheerst wordt door een vreemd recht, omdat de echtgenoten:
- in hun huwelijkscontract rechtskeuze hebben gedaan voor vreemd recht, of,
- in hun huwelijkscontract een stelsel naar vreemd recht hebben uitgewerkt, of,
- onderworpen zijn aan een wettelijk stelsel van een vreemd land.