Wie mag schenken en wie mag krijgen?


 

Wie mag schenken?

Zoals voor iedere overeenkomst geldt ook voor schenkingen dat de wil van de partijen, in het bijzonder di van de schenker, niet aangetast mag zijn door enig gebrek. De instemming tot schenken is slechts geldig als er:

  • geen dwaling (de schenker moet volledig beseffen dat hij schenkt) in het spel is;
  • als ze niet door geweld  of door bedrog is verkregen;
  • als de schenker op het ogenblik van de schenking gezond van geest is. Zijn daarrover twijfels, dan kan een voorafgaandelijk opgesteld medisch getuigschrift meer duidelijkheid brengen.

De schenker moet juridisch bekwaam zijn om te kunnen geven. Een minderjarige jonger dan 16 jaar kan nooit schenken. Anderen (de ouders, de voogd) kunnen dat evenmin in zijn plaats doen.

Een gehuwde persoon kan geen schenking doen van de gezinswoning of het huisraad zonder de instemming van de echtgenoot. Ook niet als hij getrouwd is onder scheiding van goederen en die goederen hem persoonlijk toebehoren. Die regel geldt ook voor de wettelijk samenwonende partner. Een gehuwd persoon kan bovendien enkel die schenkingen doen die de belangen van het gezin niet in gevaar brengen.

Wie gehuwd is onder een stelsel van gemeenschap van goederen en goederen wil schenken die behoren tot de huwelijksgemeenschap, heeft  steeds de instemming van zijn huwelijkspartner nodig.

 

 

 

Wie mag krijgen?

Ook de begiftigde moet juridisch bekwaam zijn om te ontvangen. Schenken aan een minderjarige is mogelijk. Of het in alle omstandigheden opportuun is, is  een andere zaak.

Een minderjarige is handelingsonbekwaam. Dat heeft als gevolg dat iemand anders in zijn plaats de schenking zal moeten aanvaarden. Gebeurt de schenking door de beide ouders samen, dan kunnen de grootouders in naam van de minderjarige aanvaarden. Gebeurt de schenking door slechts één van de ouders dan kan de andere ouder de schenking voor rekening van het minderjarig kind aanvaarden. Gebeurt de schenking door een derde (en zijn beide ouders van de minderjarige of één van hen nog in leven) dan kan één van de ouders namens het kind de schenking aanvaarden. Gebeurt de schenking door een derde en zijn de beide ouders van het minderjarig kind overleden, dan ontfermt een voogd zich over de minderjarige en moet de voogd de machtiging van de rechtbank ontvangen om namens de minderjarige de schenking te aanvaarden.

Het gebeurt dat een meerderjarig persoon onder een juridisch beschermingsstatuut is geplaatst, omdat hij  bijvoorbeeld een zware mentale achterstand heeft. Ook dan moeten bijzondere regels in acht genomen worden om een  schenking te  doen.

Ook bij een schenking aan bepaalde rechtspersonen zijn soms bijkomende formaliteiten noodzakelijk. Iedere schenking – uitgezonderd handgiften – waarvan de waarde 100.000 euro overstijgt en die gedaan wordt in het voordeel van een VZW of een stichting, vereist de machtiging van de minister van Justitie.