De buitengewone kosten bij een echtscheiding: een regeling om ouders te helpen, met de mogelijkheid om af te wijken
12 november 2019
Onderhoudskosten zijn niet zelden een twistpunt voor gescheiden ouders. Vooral wat de zwaardere, onvoorziene en buitengewone kosten betreft. Ouders moeten ook over deze kosten voorafgaandelijk en in onderling overleg tot een akkoord komen. Om duidelijkheid te scheppen en scheidende partners een houvast te geven, bestaat er sinds 2 mei 2019 een lijst van ‘buitengewone’ onderhoudskosten en een regeling rond de betalingen van deze kosten. Partijen kunnen van deze regelingen afwijken.
Indicatieve lijst
De wet verplicht huwelijkspartners die willen scheiden om afspraken te maken rond de onderhoudsbijdragen voor de kinderen. Deze kosten omvatten ‘gewone’ kosten, maar ook de ‘buitengewone kosten’. De gewone kosten zijn alle gebruikelijke kosten met betrekking tot het dagelijks onderhoud van de kinderen én alle kosten die niet als een ‘buitengewone kost’ worden bestempeld. De buitengewone kosten zijn de uitzonderlijke, noodzakelijke of onvoorzienbare uitgaven die voortvloeien uit een toevallige of ongewone gebeurtenis. Het zijn vaak kosten die het gebruikelijke budget voor het dagelijkse onderhoud van het kind overschrijden. Voor scheidende ouders is het belangrijk deze buitengewone kosten te bepalen en daar afspraken rond te maken.
Om discussies over buitengewone kosten te verminderen, heeft de wetgever op 2 mei 2019 een indicatieve lijst opgesteld met voorbeelden van buitengewone kosten. Hierin zit een lijst van medische kosten in (denk maar aan orthodontie of logopediekosten), kosten met betrekking tot de opleiding van het kind (denk maar aan bijlessen), kosten verbonden aan de ontwikkeling en ontplooiing van het kind (denk maar aan kosten voor kinderopvang, een rijopleiding…). De lijst is indicatief. Ouders kunnen zelf bepaalde kosten aanmerken als buitengewone kosten. Ze kunnen ook de lijst van buitengewone kosten beperken.
Betaling van de buitengewone kosten
Ook hier krijgen scheidende ouders wat houvast. De nieuwe regeling bepaalt hoe de buitengewone kosten worden afgerekend. Volgens de nieuwe regeling moeten de buitengewone kosten:
-
driemaandelijks worden afgerekend;
-
gevraagd worden met een kopie van de bewijsstukken van de uitgaven die de ouder heeft gemaakt;
-
betaald worden binnen de 15 dagen na de mededeling van de bewijsstukken.
Ouders die bepaalde financiële tussenkomsten genieten zoals school- studietoelagen, beurzen, verzekeringen of tussenkomsten van ziekenfondsen…, moeten van zodra deze beschikbaar zijn en minstens één keer per jaar in de maand september, een overzicht geven aan de andere ouder van alle ontvangen bedragen, samen met de bewijsstukken. Maar de ouders kunnen een andere regeling uitwerken met andere termijnen.
Geen reactie?
Ouders moeten voorafgaandelijk en in onderling overleg tot een akkoord komen over de buitengewone kosten. Maar wat als de andere partner niet reageert op de vraag om tot een akkoord te komen?
Indien de huwelijkspartner nalaat hierop te reageren binnen eenentwintig dagen te rekenen van de dag na het stellen van de vraag (die gesteld moet worden via een aangetekende zending of fax), dan gaat men ervan uit dat er een akkoord is. Deze termijn wordt verlengd als het verzoek gebeurd tijden een schoolvakantie van een week of meer.
Belangrijk is dat ex-partners, in onderling akkoord, mogen afwijken van deze regel van 21 dagen en de formele vereiste van een aangetekende zending. Zo kunnen de ex-partners bv. overeenkomen dat een e-mail binnen de acht dagen voldoende is. Hebben de ex-partners vroeger regelingen getroffen, dan blijft deze regeling vanzelfsprekend geldig tot ze gewijzigd wordt door een nieuwe overeenkomst of uitspraak.
All-in onderhoudsbijdragen?
Naast de regeling waarbij ouders akkoorden sluiten over zowel ‘buitengewone kosten’, als ‘gewone kosten’, kunnen ex-partners ook werken aan de hand van een maandelijkse forfaitaire onderhoudsbijdrage. Deze forfaitaire bijdrage dekt dan alle kosten (zowel de buitengewone als de gewone). Ouders kunnen deze piste verkiezen omdat ze dan geen afrekeningen meer moeten maken, los van de maandelijkse betalingen.
Dit neemt niet weg dat ook deze ouders hun akkoord rond het forfaitair onderhoudsbedrag moeten kunnen verantwoorden en rechtvaardigen.
Bron: Fednot