28

Mag ik mijn eigendom afsluiten?

Ik wil mijn eigendom voorzien van een afsluiting. Moet ik mijn buur hierover raadplegen?

Iedere eigenaar heeft het recht zijn eigendom af te sluiten. Men heeft daartoe de toestemming van zijn buur niet nodig, voor zover men zich houdt aan de hierna besproken regels.

Overleg met de buur is in principe enkel noodzakelijk indien men de afsluiting gemeenschappelijk wil maken. In steden en voorsteden kan men zijn buur zelfs verplichten om bij te dragen tot het bouwen en herstellen van een muur die dient tot scheiding van huizen, binnenplaatsen en tuinen. Het bouwen van zo een gemene muur gebeurt 'te paart', dit wil zeggen op iedere eigendom voor de helft.

Heeft men niet de bedoeling een gemeenschappelijke afsluiting te maken, dan gaat men als volgt te werk, afhankelijk van het materiaal waarin zij wordt opgetrokken.

Afsluitingen in platen, tralies, schermen of draadwerk kunnen worden geplaatst tot aan de scheidingslijn.

Wil men een sloot graven, dan moet men tussen die sloot en het naburig erf half zoveel afstand laten als de sloot diep is, tenzij het naburig erf een stuk landbouwgrond of een hellend terrein is, want dan moet die afstand even groot zijn als de sloot diep is.

Bovendien moet de sloot zodanig aangelegd dat zij een glooiïng heeft aan de kant van de buur, en dat zij de normale waterafloop niet verhindert.

Een levende haag moet op minstens vijftig centimeter van de scheiding worden geplant, dit om te vermijden dat men de buur zou hinderen bij een snoeibeurt van de haag.

Hoogstammige bomen mogen slechts op een door een vast en erkend plaatselijk gebruik bepaalde afstand worden geplant; bij gebrek aan dergelijk gebruik mogen zij slechts op twee meter van de scheidingslijn worden geplant.

Tot slot kan worden opgemerkt dat de eigenaar van de afsluiting het recht heeft om, buiten de tijd dat de vruchten te velde staan, het erf van zijn buur te betreden om de haag te snoeien, de muur te herstellen of te onderhouden. Is het naburig erf zelf afgesloten, dan moet de overgang worden gevraagd aan de buur, die de plaats daartoe zal aanwijzen. In geval van weigering mag men toch betreden op de minst beschadigbare plaats, en behoudens vergoeding van veroorzaakte schade.

Hou ook rekening met plaatselijke gebruiken die hiervan kunnen afwijken.