Ik ben bang dat mijn moeder op termijn haar rekeningen niet zal kunnen beheren...wat nu?
18 februari 2018
Niemand weet wat de toekomst zal brengen als het op onze gezondheid aankomt. Gelukkig zijn er een paar zaken die je preventief kan regelen wanneer je vreest dat de gezondheid van een familielid in de toekomst achteruit zal gaan.
In het kader van vermogensbeheer kan de “zorgvolmacht” soelaas bieden. Met een zorgvolmacht (via een lastgeving) geeft het betrokken familielid de bevoegdheid aan één of meerdere personen om specifieke of algemene handelingen te stellen met betrekking tot zijn vermogen. Om een lastgevingsovereenkomst te sluiten en een zorgvolmacht te geven moet de betrokken persoon wél nog wilsbekwaam zijn. Dit betekent dat de persoon volledig besef moet hebben van de genomen beslissingen met betrekking tot zijn vermogen. Het is dus beter om dit niet te lang uit te stellen, indien zijn gezondheid sterk achteruit gaat, bijvoorbeeld door geheugenverlies.
Het grote voordeel van de zorgvolmacht is dat het ook voor de toekomst uitwerking kan hebben, wanneer de beschermde persoon niet meer in staat is om zijn vermogen te beheren. De beschermde persoon kan dus op voorhand perfect bepalen dat zijn lasthebber (die persoon aan wie hij de zorgvolmacht geeft) slechts bepaalde handelingen zal kunnen stellen vanaf het moment waarop hij dit zelf niet meer kan. In die zin kan een zorgvolmacht ook een rol spelen bij successieplanning.
Opgelet! Een belangrijke voorwaarde om een zorgvolmacht te laten doorwerken na de wilsonbekwaamheid, is dat de lastgeving geregistreerd wordt in het Centraal Register voor Lastgevingen (CRL). Zonder registratie zal de zorgvolmacht van rechtswege beëindigen vanaf het moment dat de betrokken persoon wilsonbekwaam wordt. Een particulier kan niet zelf een zorgvolmacht laten registreren; hij of zij moet hiervoor naar de notaris of de griffie van de rechtbank.
Aarzel niet om de notaris hierover aan te spreken. Hij zal je op gepaste wijze kunnen adviseren over het nut van een zorgvolmacht.
Klik hier voor meer info
Bron: Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat