Op kot in september? Deze nieuwe regels zijn van belang!

10 juni 2019

Juni: dé maand waarin studenten uitkijken naar ‘kot te huur’-bordjes. Voor wie vanaf 1 januari 2019 een nieuwe huurovereenkomst sluit, is er één en ander veranderd in Vlaanderen. Studentenhuren zijn sinds dit jaar onderworpen aan de wettelijke regels van de woninghuur. Bovendien kennen ze een paar specifieke regels. Allemaal in het teken van een betere bescherming van de student.  

De huurwaarborg: maximaal 2 maanden
In het verleden kozen kotbazen vrij het bedrag van de huurwaarborg. Dit gaf aanleiding tot heel wat onzekerheid en onduidelijkheid voor studenten en hun ouders. Vandaag is die duidelijkheid er wél. Zowel over het bedrag als de terugbetalingstermijn. Voor studentenhuurovereenkomsten die gesloten zijn vanaf 1 januari 2019 geldt voortaan:

  • een huurwaarborg van maximaal 2 maanden huur (bij gewone huurovereenkomsten is dat maximaal 3 maanden);

  • een terugbetaling binnen de drie maanden nadat de student het kot heeft verlaten.

De huurprijs: all-in pakket
De verhuurder rekent alle kosten en bijkomende lasten met de huurprijs mee. Denk maar aan lasten die verband houden met het gebouw zoals de onroerende voorheffing, kosten voor de brandveiligheid, syndicuskosten, gemeentebelasting …

Enkel kosten die te maken hebben met het verbruik van de student mag hij/zij nog afzonderlijk aanrekenen. Zoals de water-, gas-, elektriciteits-, telefoon-, en internetkosten, maar ook belastingen op tweede verblijven.

Voordeel? De student kan de huurprijzen objectiever vergelijken. Bovendien zijn er geen onaangename verrassingen aan het einde van de rit.

Meer mogelijkheden bij opzeg
De student krijgt meer mogelijkheden om zijn/haar contract op te zeggen.

1. Een opzegging zonder opzeggingstermijn of opzeggingsvergoeding kan tot drie maand vóór de inwerkingtreding van de overeenkomst. Zegt de student later op? Dan betaalt hij toch een vergoeding van twee maand huur.

2. Beëindigt de student zijn studies? Dan mag hij de overeenkomst opzeggen zonder een opzeggingsvergoeding te betalen. Hij moet wél rekening houden met een opzeggingstermijn van twee maanden en hij moet een bewijs van de beëindiging van de studies voorleggen.

3. Overlijdt een ouder of andere persoon die in het onderhoud van de student voorziet? Ook in dat geval mag de student de huurovereenkomst stopzetten zonder vergoeding aan de verhuurder. Hij houdt wél rekening met een opzeggingstermijn van twee maanden.

4. Overlijdt de student zelf? Dan wordt de huurovereenkomst automatisch beëindigd.

Zelf opdraaien voor herstellingen
Het drukke sociale leven van de student mét de nodige kotfeesten eist vaak zijn tol. Schade aan een kot is geen zeldzaam fenomeen. Vandaag bestaat er een lijst van de kleine herstellingen waarvoor de student zelf opdraait. Gedaan met de discussies tussen kotbaas en student.

Bekijk de lijst hier.

Geen stilzwijgende verlenging
De student en de verhuurder bepalen vrij de duur van de huurovereenkomst. Een automatische ‘stilzwijgende’ verlenging van het contract kan niet. De huurovereenkomst eindigt na de afgesproken periode. Zelfs als de student ‘vergeet’ op te zeggen. Is een verlenging dan niet mogelijk? Toch wel, maar dan moet de student de verlenging expliciet aanvragen (bv. via mail).

Stage of uitwisselingsproject? Onderhuur of huuroverdracht kan
Veel studenten nemen tijdens hun academiejaar deel aan uitwisselingsprojecten of een stage. Dan is onderhuur of huuroverdracht een praktische oplossing. In beide gevallen hoeft de student de toestemming van de verhuurder niet meer te vragen. Hij kan er zich alleen tegen verzetten als hij een gegronde reden heeft.  

Belangrijk: de nieuwe regels zijn van toepassing op studentenhuurovereenkomsten gesloten na 1 januari 2019.

Bron: Fednot