Het keuzebeding: de kers op de taart voor je huwelijkscontract
22 mei 2024
Met een keuzebeding in een huwelijkscontract kunnen koppels afspraken maken over welke goederen de langstlevende uit het gemeenschappelijk vermogen kan houden. Vooral voor de gezinswoning kan dat best handig zijn. Zonder keuzebeding erft de langstlevende partner ‘slechts’ het vruchtgebruik over de nalatenschap, niet de volledige eigendom.
Trouwen met of zonder huwelijkscontract
Verschillende regels kunnen van toepassing zijn op getrouwde koppels. Zo heb je getrouwde partners die geen huwelijkscontract afsluiten. Ze zijn dan getrouwd onder het ‘wettelijk gemeenschapsstelsel’. Er bestaat in deze situatie een gemeenschappelijk vermogen en twee afzonderlijke vermogens van de partners. Er is niet altijd sprake van een gemeenschappelijk vermogen. Zo kunnen koppels ook kiezen om te trouwen met scheiding van goederen, waardoor ze elk hun eigen afzonderlijk vermogen hebben.
Invloed van het erfrecht
Liefde en erfrecht zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om te weten of een huwelijkscontract voor jou nuttig is, moet je weten wat je van elkaar zou erven indien je niets voorziet. De overlevende huwelijkspartner erft volgens de wet het vruchtgebruik op de nalatenschap. Vruchtgebruik betekent dat de langstlevende het recht heeft om levenslang van de goederen te genieten: hij of zij kan blijven wonen in de gezinswoning, interesten innen van bepaalde rekeningen, gebruik maken van de goederen… De economische waarde van de goederen uit de nalatenschap, wat men de ‘blote eigendom’ noemt, gaat naar de kinderen. Zowel de kinderen, als de overlevende partner mogen niet zomaar zonder instemming van elkaar verkopen.
Uit de erfenis halen
Misschien heeft de overlevende partner er volledig vrede mee dat hij of zij slechts een beperkt recht verkrijgt op hun gemeenschappelijke goederen. Maar in veel gevallen willen partners juist wel volle eigendomsrechten op de goederen van hun gemeenschappelijk vermogen. Dat kan het geval zijn als de langstlevende zelf over de verkoop van de gezinswoning wil beslissen, als de banden met de (schoon)kinderen wat minder is of als er minderjarige erfgenamen zijn. Door bepaalde goederen in ‘volle’ eigendom te erven, kunnen bepaalde ongemakken vermeden worden.
Kiezen welke gemeenschappelijke goederen in volle eigendom naar de langstlevende gaan, kan door een optioneel keuzebeding te voorzien in je huwelijkscontract. Zo kan de langstlevende kiezen hoe de gemeenschappelijke goederen moeten worden verdeeld: wat neemt de langstlevende in volle eigendom en wat blijft in de nalatenschap (om verdeeld te worden volgens de wettelijke regels)? Op zich hebben de partners een grote vrijheid bij de regeling: ze kunnen afspreken dat slechts bepaalde goederen in volle eigendom toekomen aan de langstlevende, alle goederen, enkel de gezinswoning, een kunstcollectie, alleen het appartement aan zee… De omschrijving van het keuzebeding is maatwerk.
Het groot voordeel van dat beding is dat de langstlevende kan handelen in functie van de situatie zoals het bestaat op het moment van overlijden van de partner. Verschillende factoren spelen dan een rol: hoe is de relatie met de kinderen? Hoe is de financiële situatie? Wat zijn de plannen met de gezinswoning?
Oud huwelijkscontract? Doe een check-up!
Sommige oudere huwelijkscontracten bevatten nog een ‘langst-leeft-al-heeft’-clausule. Zoals de naam het laat vermoeden, zorgt deze clausule ervoor dat de langstlevende al gemeenschappelijke goederen in volle eigendom ontvangt. Dit kan fiscaal echter duur uitkomen, waardoor er wellicht betere alternatieven zijn om te voorzien in het huwelijkscontract. De notaris kan je hierbij helpen.
Bron: Fednot