Wettelijke samenwoners: heeft uw tontinebeding een check-up nodig?

Dit bericht is geschreven op 06/10/2016, in functie van de regelgeving die op dat moment gold. Informeer je altijd bij een notariskantoor om specifieke informatie en advies te krijgen dat bij je situatie past.
U bent wettelijk samenwonend en u heeft vóór 2008 een woning aangekocht met uw partner? Misschien haalt u beter uw
verkoopovereenkomst
De onderhandse overeenkomst is een overeenkomst waarbij een onroerend goed wordt verkocht en die het geheel van rechten en plichten omschrijft van de verkoper en de koper. De verkoopsovereenkomst (compromis) komt tot stand wanneer de koper en verkoper het eens zijn over het voorwerp en de prijs van een overeenkomst.
vanonder het stof. De kans is immers groot dat er in deze overeenkomst een aanwasclausule vermeld staat die verouderd is. Verouderde aanwasclausules zijn niet alleen fiscaal nutteloos, ze kunnen u ook nog eens geld kosten. Onnodige kosten kunnen vermeden worden door de clausule aan te passen bij de
notaris
De notaris is zowel een openbare ambtenaar die bevoegd is om authentieke akten te verlijden, te bewaren en er afschriften van te verstrekken, als een juridische raadgever. De notaris komt tussen in heel wat domeinen: huwelijken, echtscheidingen, de koop van een onroerend goed, een erfenis na overlijden,…
De notaris wordt benoemd door de Koning.
De partijen kiezen vrij hun eigen notaris.
.
Een aanwasbeding: wat is dat?
Een aanwas- of tontinebeding is een beding in een verkoopovereenkomst dat ervoor zorgt dat de langstlevende wettelijke samenwonende automatisch het deel van de partner in eigendom of in
vruchtgebruik
Het recht om een andermans goed te gebruiken en de vruchten daarvan te innen alsof men zelf de eigenaar was, met de verplichting ervoor te zorgen zodat het goed zelf in stand blijft. Een vruchtgebruiker kan dus in een onroerend wonen, maar kan evengoed dit onroerend goed verhuren en genieten van de huurinkomsten. Ander voorbeeld: De vruchtgebruiker van een kapitaal zal geen eigenaar zijn van het kapitaal, maar zal wel recht hebben op de interesten.
verkrijgt, na diens overlijden. Het deel in eigendom (of in vruchtgebruik) van het aangekocht
onroerend goed
Is een terrein en alles wat zich daar vast (onroerend) op bevindt, zoals een huis, afsluitingen, verhardingen,...
van de overleden partner gaat dus rechtstreeks naar de andere partner. Op het deel dat “aanwast” bij het ander deel moet een eenmalig
registratiebelasting
Een registratiebelasting is een belasting die moet betaald worden bij het registreren van een akte of een geschrift. Het begrip ‘registratiebelasting’ is in Vlaanderen een overkoepelend begrip en omvat 4 soorten registratiebelasting:
het verkooprecht;
de schenkbelasting;
het verdeelrecht;
en het recht op hypotheekvestiging.
van 10% betaald worden.
Evolutie
Zo’n aanwasbedingen waren in de jaren ‘80 en ‘90 enorm populair in verkoopovereenkomsten tussen wettelijke samenwoners. Wettelijk samenwoners genoten toen niet van dezelfde rechten als vandaag: De wettelijke successietarieven waren nog niet gelijkgesteld met deze van gehuwden, zodat
erven
Bij overlijden erft de overblijvende echtgenoot altijd het vruchtgebruik van de gezinswoning met alle huisraad en meubilair.
Ongehuwd samenwonenden die louter feitelijk samenwonen erven niet van elkaar tenzij er een testament in hun voordeel werd opgemaakt.
Wettelijk samenwonenden erven automatisch van elkaar.
Dit geldt alleen voor de samenwonenden die een verklaring voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben opgemaakt.
van een wettelijke samenwonende partner fiscaal heel duur was. Bovendien was er nog geen sprake van een vrijstelling van
erfbelasting
De erfbelasting is de verzamelterm voor het vroeger gekende “successierecht” en het “recht van overgang”. Het is een belasting die je moet betalen bij het erven van een nalatenschap.
De hoogte van de erfbelasting is afhankelijk van de graad van verwantschap met de overledene. Hoe dichter de verwantschap, hoe minder erfbelastingen je moet betalen. Kinderen van de overledene betalen dus minder erfbelastingen dan de broer, zus, tante of andere familieleden.
Aangezien de erfbelasting altijd uitgedrukt wordt in een percentage, is de hoogte van de verschuldigde erfbelasting ook afhankelijk van de waarde van de erfenis.
op de
gezinswoning
De gezinswoning is de gezamenlijke hoofdverblijfplaats waar partners met hun gezin normaal leven. Ze hebben er hun ‘voornaamste belangen’.
Gehuwden moeten alle beslissingen over hun gezinswoning samen nemen, ook al is maar 1 van hen eigenaar van de woning of staat er maar 1 naam op de huurovereenkomst. Dat is de bescherming van de gezinswoning. Dezelfde bescherming geldt bij wettelijk samenwonenden.
, zoals dat vandaag wel het geval is.
Eén en ander zorgde er dus voor dat werken met een aanwasbeding fiscaal heel voordelig was. Wanneer deze clausule uitwerking kreeg moest slechts 10 % registratiebelasting betaald worden op de helft van het onroerend goed (ervan uitgaande dat het koppel elk de helft van de woning had gekocht). Dit was veel minder dan de erfbelasting De erfbelasting is de verzamelterm voor het vroeger gekende “successierecht” en het “recht van overgang”. Het is een belasting die je moet betalen bij het erven van een nalatenschap. De hoogte van de erfbelasting is afhankelijk van de graad van verwantschap met de overledene. Hoe dichter de verwantschap, hoe minder erfbelastingen je moet betalen. Kinderen van de overledene betalen dus minder erfbelastingen dan de broer, zus, tante of andere familieleden. Aangezien de erfbelasting altijd uitgedrukt wordt in een percentage, is de hoogte van de verschuldigde erfbelasting ook afhankelijk van de waarde van de erfenis. die uiteindelijk betaald zou moeten worden op het onroerend goed indien er geen clausule werd opgesteld. Wettelijke samenwoners werden toen immers nog belast aan het tarief “vreemden”, het hoogste tarief.
Probleem vandaag
Vandaag gaat deze redenering niet meer op. Wettelijke samenwoners erven tegen dezelfde voordelige tarieven als gehuwden en bovendien moeten wettelijke samenwoners –net zoals gehuwden- geen erfbelasting meer betalen op de gezinswoning. Dit is ook het geval voor feitelijke samenwoners die al drie jaar samenwonen én een gemeenschappelijke huishouding voeren.
Bij de opstelling van verkoopovereenkomsten vóór 2008 kon deze belangrijke wijziging in de wetgeving natuurlijk nog niet worden voorspeld. In verkoopovereenkomsten vóór 2008 staan dus aanwasclausules die vandaag fiscaal volledig nutteloos zijn geworden. Nutteloos betekent echter niet dat ze zonder meer aan de kant worden geschoven bij overlijden van één van de partners. Integendeel, de clausule zal blijven gelden en zal uitwerking krijgen bij overlijden van één van de partners.
Iemand met een onaangepaste clausule zal bijgevolg 10% registratiebelasting moeten betalen op een deel van het onroerend goed bij overlijden van zijn samenwonende partner terwijl gehuwden, wettelijke samenwoners, en sommige feitelijke samenwoners vandaag kosteloos de gezinswoning kunnen erven.
En als je feitelijk samenwoont?
Het “fiscaal” probleem geldt in principe enkel voor wettelijke samenwoners en feitelijke samenwoners die minstens drie jaar samen wonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren.
Let wel: Het fiscaal aspect is belangrijk bij het kiezen voor de clausule, maar dat is zeker niet het enige dat moet worden bekeken als het over aanwasbedingen gaat. Ondanks de 10 % registratiebelasting kunnen gehuwden en samenwoners andere redenen hebben om te kiezen voor een aanwasbeding. Dit wordt best allemaal besproken met uw notaris.
Laat uw verkoopovereenkomst nalezen!
Veel wettelijke samenwoners denken dat ze vandaag gratis en voor niets het vruchtgebruik van de gezinswoning zullen erven eenmaal hun partner overleden is. Vaak vergeten ze dat hun oorspronkelijk verkoopovereenkomst misschien wel een aanwasclausule bevat die nog uitwerking krijgt wanneer één van de partners overlijdt.
Neem dus het zekere voor het onzekere: laat uw verkoopovereenkomst nalezen door een notaris. Mogelijks zal hij de clausule schrappen of anders formuleren zodat u deze “onnodige” belastingen niet hoeft te betalen.
Heeft u een woning aangekocht met uw wettelijke samenwonende partner vóór 2008? Dan heeft uw verkoopovereenkomst misschien wel een check-up nodig. Mogelijks staat er immers een fiscaal verouderde aanwasclausule vermeld. Deze clausule heeft vandaag nog steeds uitwerking bij overlijden van uw partner. Hierdoor betaalt u misschien een registratiebelasting, terwijl het erven van de gezinswoning vandaag wettelijk vrijgesteld is van de erfbelasting. Laat de overeenkomst nalezen door de notaris. Hij zal deze kunnen aanpassen zodat u niet voor slechte verrassingen komt te staan.