De erfrechtelijke reserve van mijn huwelijkspartner

De langstlevende partner erft de nalatenschap in vruchtgebruik. Dat betekent dat de langstlevende geen volle eigendomsrechten verwerft, maar wel nog in de woning mag blijven wonen, de goederen mag gebruiken, de woning mag verhuren (en de huurinkomsten opstrijken)… Zo hoeft de langstlevende gehuwde partner niet in te boeten op zijn levenscomfort na het overlijden van de andere partner.

Maar de langstlevende huwelijkspartner heeft ook recht op een erfrechtelijke reserve, namelijk het vruchtgebruik op de gezinswoning. Dat kan de langstlevende partner nooit ontnomen worden, wat je ook tijdens je leven hebt geschonken of via testament hebt nagelaten.

 

Uit wat bestaat de "reserve" van de huwelijkspartner?

De wet kent de langstlevende echtgenoot twee soorten reserves toe:

  1. het vruchtgebruik op de helft van alle goederen van de nalatenschap (abstracte reserve);

  2. het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad (concrete reserve).

De langstlevende huwelijkspartner kiest zelf welke reserve hij opeist. Beide reserves zijn een minimum. Stel, de langstlevende kiest de gezinswoning en de huisraad. Is het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad meer waard dan de helft van het vruchtgebruik van de nalatenschap? Dat is geen enkel probleem. En wat als het omgekeerde gebeurt? Stel dat de concrete reserve minder waard is dan de helft in vruchtgebruik van de nalatenschap. Dan mag de langstlevende zijn reserve aanvullen via vruchtgebruik op andere goederen uit de nalatenschap, tot de grens is bereikt.

 

 

Hebben ouders recht op een "reserve"?

Sinds 1 september 2018 hebben ouders géén reserve meer als een kind zou vooroverlijden. Ouders kunnen – in tegenstelling tot vroeger –  geen erfdeel opeisen als hun vooroverleden kind een schenking of legaat zou hebben gedaan dat hun erfrecht aantast. Ze moeten zich erbij neerleggen.

Dat betekent niet dat ouders geen erfrecht meer hebben. Indien een erflater zelf geen kinderen heeft, komen de ouders in aanmerking om te erven. Maar dat erfrecht kan vandaag  wel beperkt worden door legaten en schenkingen aan derden.

Behoeftige ouders kunnen onder bepaalde voorwaarden wel een rente vorderen die gefinancierd wordt uit de nalatenschap van hun overleden kind om in hun levensonderhoud te voorzien.